Geplaatst door: eRIC

Koninklijke Luchtmacht richt focus op vliegveiligheid rond dronegebruik in OOV-sector

De opmars van onbemande luchtvaartuigen is onstuitbaar. Politie en brandweer maken steeds meer gebruik van compacte ‘Unmanned Air Vehicles’ (UAV’s) en ook defensie laat zich niet onbetuigd. Zo heeft de Koninklijke Luchtmacht met de aanschaf van vier nieuwe MQ9 langeafstandstoestellen een geducht nieuw instrument ter ondersteuning van militaire operaties in handen. En recent in het nieuws: de ontwikkeling van een superdrone voor gewonden- en goederentransport door een Twentse bedrijven- en kenniscombinatie, waarvoor de landmacht toekomstige potentie ziet. Volgend jaar te zien op eRIC! De toenemende ‘dronedruk’ in het luchtruim is een belangrijk issue vanuit het oogpunt van vliegveiligheid en dat is bij uitstek het aandachtsgebied van de Koninklijke Luchtmacht. Daarom levert de KLu ook zijn bijdrage tijdens eRIC 2022, waar onbemande vliegtuigen een van leidende thema’s is.

De KLu op eRIC

Jan Ruedisueli ziet uit naar de kennismaking met de civiele hulpverleningswereld op eRIC 2022. De ontwikkelingen op het gebied van techniek en innovatie, ook ten aanzien van robotica en onbemande vliegtuigen, gaan ontzettend snel en daarbij is het in zijn ogen belangrijk dat de sectoren die onbemande toestellen ontwikkelen en gebruiken niet op een eigen eilandje opereren, maar met elkaar samenwerken en kennis en expertise met elkaar delen.

Kennisnetwerk

Het lijkt paradoxaal dat de in luchtoperaties gespecialiseerde luchtmacht minder onbemande toestellen in gebruik heeft dan landgebonden defensie-eenheden. De Koninklijke Landmacht heeft een vloot van wel 600 kleine, middelgrote en grotere toestellen, terwijl de KLu maar een zeer beperkt aantal UAV’s in beheer heeft.
“Nut en noodzaak van drones zijn bij ons minder groot, omdat juist bemande vliegoperaties ons specialisme zijn”, verduidelijkt Luitenant-Kolonel Jan Ruedisueli, hoofd van de afdeling Onbemande Vliegtuigen bij het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK). “Daar staat tegenover dat we wel heel veel kennis en expertise hebben rond gebruik van het luchtruim, vliegveiligheid en luchtondersteuning aan operaties op de grond. Expertise die we graag ter beschikking stellen en delen met onze civiele partners in crisisbeheersing, die ook steeds actiever worden in het luchtruim. Daarom nemen we ook deel aan het Kennisnetwerk Onbemande Vliegtuigen, waarin naast defensie ook organisaties als de politie, brandweer, Koninklijke Marechaussee, TNO en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium participeren. Het Commando Luchtstrijdkrachten is voorzitter van het netwerk.”

Weet wat je doet

Het staat volgens Ruedisueli buiten kijf dat luchtondersteuning met onbemande toestellen de effectiviteit van militaire missies en hulpverleningsoperaties bij rampen en incidenten kan vergroten. “Maar voor effectief en verantwoord gebruik van onbemande toestellen, moet je wel weten wat je doet. In de eerste plaats vanuit veiligheidsoptiek, want het luchtruim boven Nederland is al erg druk bezet met meerdere militaire en civiele vliegvelden, zakelijk en recreatief luchtverkeer en ook bemande helikopters ten behoeve van veiligheid en hulpverlening. In het bijzonder toestellen van de luchtvaartpolitie en de vier mobiele medische teams. Zeker bij grotere calamiteiten of crisissituaties is er het risico dat bemande en onbemande hulpverleningstoestellen elkaar in de lucht tegenkomen niet ondenkbaar en ook drone-operaties in de nabijheid van luchthavens en vliegvelden vragen extra aandacht voor vliegveiligheid. Het is daarom belangrijk dat alle organisaties die UAV’s inzetten voor veiligheids- en hulpverleningstaken, van elkaar weten wat ze doen en kennis en kunde met elkaar delen. Die afstemming en samenwerking is het hoofddoel van het Kennisnetwerk Onbemande Vliegtuigen.”

Interpretatie van data

Ruedisueli vult aan dat er nog een component zit aan ‘weten wat je doet’. Want wat is nu precies de functie van droneondersteuning? Welk doel wil de organisatie met zo’n onbemand toestel bereiken? “Deskundigheid om veilig te kunnen vliegen is één kant van het verhaal, de andere kant is het juist gebruik van de data die je met het toestand kan vergaren. Data is de bron voor informatiegestuurd optreden. Dat geldt voor defensie, maar ook voor civiel gebruik in het veiligheidsdomein. Om te bereiken dat een drone meer is dan alleen en dure ‘verrekijker’ in de lucht, moet je weten waar je naar kijkt en hoe je de data van de beeldsensoren, optisch beeld of infrarood, moet interpreteren. Daar hebben wij veel kennis en ervaring voor in huis. Kennis die ook meerwaarde kan hebben voor de civiele veiligheidspartners. Defensie werkt steeds intensiever samen met diensten als politie en brandweer. En, al maken onze civiele partners nog geen gebruik van onze opleidingsfaciliteiten, we willen relevante kennis en expertise voor effectief UAV-gebruik graag met hen delen en ze voorzien van adviezen, indien daaraan behoefte is.”

“We kunnen veel van elkaar leren. Daarom willen we onze inhoudelijke bijdrage leveren aan eRIC 2022. Leuk en nuttig om te ervaren welke UAV-ontwikkelingen er in de civiele veiligheidswereld zijn en om de spelers in die sector beter te leren kennen. We laten graag zien welke kennis en deskundigheid we in huis hebben inzake onbemande luchtvaarttoestellen, vliegveiligheid en data-analyse en hoe wij met die expertise ondersteuning kunnen leveren aan civiele crisisbeheersing. Nee, de nieuwe MQ9, bestaande uit vier toestellen en grondstations, zal niet tijdens de beurs te zien zijn. Het is een toestel dat, met een vliegtijd van 20 uur, een vlieghoogte tot meer dan 10 kilometer en een reikwijdte van duizenden kilometers, primair voor militaire missies in het buitenland zal worden gebruikt, maar het is ook zeker voor nationale crisisbeheersingsoperaties inzetbaar. Denk bijvoorbeeld aan observatie en bewaking bij grootschalige evacuaties tijdens hoog water of overstromingen, zoals we die in 1995 hebben gekend in het rivierengebied, of aan veiligheidsobervatie bij omvangrijke en risicovolle evenementen, zoals een internationale top. Waar we elkaar als civiele en militaire veiligheidspartners kunnen ondersteunen, moeten we dat ook zoveel mogelijk doen, binnen de grenzen van onze mogelijkheden.”

drones defensie

Reactie toevoegen