Brandweerspecialismen ‘in the picture’ tijdens eRIC 2018

17-01-2018

Slim, effectief en efficiënt. Dat zijn de sleutelbegrippen uit het landelijke programma Samen werken aan grootschalig en specialistisch roptreden Brandweer Nederland(GBO-SO). Brandweer Nederland werkt samen met het Instituut Fysieke Veiligheid en de veiligheidsregio’s voor een aantal specialistische taken organisatiemodellen uit waarin korpsen interregionaal en soms met andere partners samenwerken. De teams Specialistische Technische Hulpverlening (STH), die onder andere kunnen worden ingezet bij complexe instortingen, zijn al sinds juni 2016 operationeel. Aan de invulling van andere specialismen wordt in aparte deelprojecten gewerkt. De brandweersector zal zich op eRIC 2018 nadrukkelijk profileren met zijn specialismen.

“De brandweerwereld is volop in beweging en we willen onze multidisciplinaire partners graag laten zien waarmee we bezig zijn. Daarvoor is eRIC een uitstekend podium”, vindt IJle Stelstra, directeur Brandweer bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). “Alle hulpverleningsdisciplines op één plek bijeen, prima. eRIC is een belangrijk netwerkevenement voor de hulpverleningssector. Een moment om als professionals in veiligheid aan elkaar te tonen welke actuele ontwikkelingen en innovaties er in onze branches spelen. We willen het programma GBO-SO over de volle breedte uitleggen aan onze partners. Het is vanuit het oogpunt van samenwerking essentieel dat we elkaars werelden kennen en weten hoe we als diensten operationeel van elkaar afhankelijk zijn en welke specialisten met elkaar moeten samenwerken. In de basiszorg, maar vooral bij complexe en grootschalige calamiteiten. Eigenlijk bestaat monodisciplinaire hulpverlening niet, we hebben elkaar bij ieder incident van enige omvang nodig.”

Slimmere brandweerzorg

Max Krisman, landelijk programmamanager GBO-SO, becijfert dat de brandweer jaarlijks rond de 300 ‘grootschalige’ incidenten voor de kiezen krijgt. Dat wil zeggen: branden of hulpverleningen waarbij meer dan drie eenheden in actie komen. Niet bij al die incidenten is sprake van specialistisch optreden. Een flinke gebouwbrand, waarbij vier of vijf bluseenheden worden ingezet, is in feite opgeschaalde basisbrandweerzorg. Anders wordt het bij complexe incidenten zoals instortingen, grote industriële branden, natuurbranden en incidentbestrijding gevaarlijke stoffen. Daarvoor zijn specifiek materieel en specifieke kennis en vaardigheden nodig.
Krisman: “Brandweer Nederland heeft vastgesteld dat het niet efficiënt is als alle regionale brandweerkorpsen individueel investeren in materieel, kennis en kunde voor een specialistische organisatie die maar relatief weinig in actie komt. Dat is niet kosteneffectief en bovendien is sprake van ‘ervaringsverdunning’: de specialisten worden maar weinig ingezet en kunnen dus geen ervaring opbouwen in hun taken. Daarom is het effectiever om voor een aantal vastgestelde specialisaties interregionaal samen te werken. Dat kan door het vormen van een landelijk netwerk met interregionale teams, zoals we met STH hebben gedaan, of door het bundelen van kennis en het uniformeren van tactieken en procedures, zoals we bij natuurbrandbestrijding doen. We zorgen er dan voor dat natuurbrandgevoelige regio’s hun bestrijdingsorganisaties technisch en organiek zo op elkaar af stemmen dat ze landelijk als één organisatie kunnen samenwerken bij een grootschalige en langdurige natuurbrand.”

Vier specialismen

Vooralsnog richt het programma GBO-SO zich op de specialistische taakvelden: technische hulpverlening, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen, natuurbrandbeheersing en het ondersteunende proces logistiek en ondersteuning. Voor alle vier de onderdelen is een visie opgesteld, die middels een projectplan wordt uitgewerkt in een parate organisatie. De Raad van Brandweercommandanten voert de regie over het programma.
“Bundeling van kennis en slagkracht is waar het om draait”, verduidelijkt Max Krisman. “Optimaal gebruik maken van de kennis en kunde bij de korpsen en het optimaal spreiden van materieel om voor al die specialismen een goede landelijke dekking te kunnen waarborgen. Met dit programma werken we toe naar een brandweerorganisatie nieuwe stijl die als collectief opereert om de prestaties te leveren waarom het risicobeeld van de samenleving vraagt.”
STH is de eerste gerealiseerde specialistische brandweerorganisatie, opererend vanuit vijf steunpunten in de veiligheidsregio’s Hollands Midden, Fryslân, IJsselland, Gelderland-Zuid en Midden- en West-Brabant. STH zal tijdens eRIC zijn organisatie en werkwijzen tonen middels de opgestelde uitrusting en demonstraties. Verder zal het specialisme natuurbrandbeheersing zich laten zien, met specialistisch natuurbrandbestrijdingsmaterieel en onder andere het natuurbrandverspreidingsmodel dat Brandweer Nederland en het IFV samen hebben ontwikkeld. Ook Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS) is volop in ontwikkeling. Omdat IBGS maar een zeer klein taakonderdeel van de brandweer is, wordt de basiszorg voor deze taak in de regiokorpsen beperkt en wordt het specialisme gaspakteams bovenregionaal georganiseerd. “Dat kan door korpsen onderling te laten samenwerken of door gebruik te maken van kennis en expertise van het bedrijfsleven”, legt Max Krisman uit. “Publiek-private samenwerking kan voor dit specialisme, maar ook voor andere specialisaties een goed model zijn om operationele taken effectief te organiseren. Kennis en materiaal dat we niet zelf in huis hebben kunnen we ook via een partnerschap met andere partijen aan ons verbinden. Defensie is in dit verband ook een belangrijke samenwerkingspartner voor ons.”

eRIC als ‘hub’

IJle Stelstra onderstreept het belang van het benutten van platforms en presentatiemomenten om kennis te delen en relaties te leggen en te verstevigen. eRIC 2018 ziet hij in dat verband als een ‘hub’, een faciliterend platform. “Eerder stonden we met dit programma ook al op het Brandweercongres, maar nu krijgen we de gelegenheid om ook onze andere netwerkpartners up to date te brengen met onze ontwikkelingen en innovaties. Belangrijk in een periode waarin we met steeds complexere risico’s en scenario’s worden geconfronteerd en met operationele vraagstukken die ons als hulpverleningsdiensten verbinden. Door die grote dynamiek zullen we het programma GBO-SO ook moeten blijven aanpassen, want het speelveld verandert voortdurend. Een voorbeeld: we zijn met dit programma begonnen in 2013; toen was terrorismegevolgbestrijding nog geen issue. Nu wel. Wat betekent die nieuwe dreiging voor ons als brandweer en voor onze partners? En hoe kunnen we elkaar versterken met onze kennis en kunde? Voor die kennisdeling en verbinding zijn multidisciplinaire netwerkevenementen zoals eRIC een waardevol praktijkpodium.”