De focus ligt op internationale samenwerking en kennisuitwisseling

21-11-2017

Naar schatting 500 brandweerfunctionarissen uit Duitsland en Nederland komen op 19 april 2018 bijeen voor een vakcongres over grensoverschrijdende samenwerking en kennisdeling. Plaats van handeling: het eRIC beursterrein op Airport Twenthe. Hans Kleintjens, Officier Internationale Samenwerking bij Brandweer Twente, en Thomas Deckers, Branddirektor bij Brandweer Bocholt, trekken de organisatie van het congres. Zij blikken alvast vooruit op de inhoud.

Geen betere omgeving voor een congres dan een vakbeurs waar praktijk, kennis en industrie elkaar ontmoeten. In Duitsland weten ze dat, want de oosterburen kennen ook de nodige vakevenementen die vaak met seminars en congressen worden gecombineerd. Aan de top uiteraard de vijfjaarlijkse internationale brandweer- en rampenbestrijdingsbeurs ‘Interschutz’ in Hannover en verder zijn er nog de jaarlijkse brandweerbeurs ‘Florian Dresden’ en ‘Rettmobil’ in Fulda. Toen Stephan Wevers, voorzitter van Brandweer-Nederland, eerder dit jaar met zijn collega Hartmut Ziebs van het Deutscher Feuerwehr Verband de basis legde voor een internationaal congres, was het Wevers die voorstelde om de eRIC-campus in Twente als beurslocatie te kiezen. Mooi ‘centraal gelegen’ voor zowel Nederlandse als Duitse grenspartners en organisatorisch een win-winsituatie: Een inhoudelijk vakcongres geeft extra body aan eRIC als kennis- en verbindingsplatform in het hulpverleningsdomein. Tegelijk kunnen de congresdeelnemers de gelegenheid benutten om naast hun inhoudelijke programma de laatste stand van techniek en innovatie in hun vakgebied te aanschouwen.

Gemeenschappelijke vraagstukken
Welke thema’s komen tijdens het congres zoal aan de orde? Hans Kleintjens: “De rode draad in het programma is kennisdeling over actuele vraagstukken die de brandweergeledingen in zowel Duitsland als Nederland bezig houden. Zaken als grensoverschrijdende samenwerking bij rampen, innovatie, beschikbaarheid van vrijwilligers, de consequenties van terrorismegevolgbestrijding voor hulpverleners en agressie tegen hulpverleners. Weerstand tegen agressie is bij Duitse hulpdiensten net zo’n belangrijk issue als in Nederland. In Duitsland is de brandweer in veel plaatsen ook uitvoerder van ambulancezorg. Omdat in die tak van hulpverlening de meeste gevallen van agressie voorkomen, raakt dat de brandweer direct. We willen wederzijds kennis en ervaringen met elkaar delen over dit soort actuele thema’s. Hoe pakken onze buren dat aan en wat kunnen wij ervan leren?”

Samenwerking in de praktijk
Ook al zijn er verschillen in organisatie en beleid, de landsgrens tussen Nederland en Duitsland staat grensoverschrijdende samenwerking in de operationele hulpverlening niet in de weg, stelt Thomas Deckers tevreden vast. “In de praktijk werken brandweerkorpsen, politie en medische hulpverleners al heel goed met elkaar samen. We rukken in het grensgebied wederzijds uit naar elkaars grondgebied als we als buren sneller ter plaatse kunnen zijn en we hebben ook afspraken over bijstandverlening bij grote calamiteiten en rampen.”
Hans Kleintjens kan dat beamen: “Bij de vuurwerkramp in Enschede in 2000 bijvoorbeeld, kwam de helft van de brandweerinzet in de eerste fase uit Duitsland. Van recentere datum is de grote natuurbrand in het Aamsveen in 2011, eveneens een forse samenwerkingsoperatie en verder zijn er diverse voorbeelden van gezamenlijke inzet bij wateroverlast na hevige regen in het grensgebied. Kortom: we weten elkaar te vinden, maar we streven voortdurend naar verdere versterking van de samenwerking en naar het goed inbedden van de praktijksamenwerking in bestuurlijke kaders. Daarom zijn in 2016, 2014 en 2012 in Bocholt al drie werkconferenties over samenwerking georganiseerd. Daarop bouwen we in zekere zin voort tijdens het congres in april.

Vrijwilligers
Het vraagstuk rond het ‘boeien en binden’ van vrijwilligers voor de brandweer is ook een thema tijdens het congres. Duitsland lijkt er riant voor te staan met 1,3 miljoen brandweerlieden in actieve dienst, waarvan 70 procent ‘Ehrenambtlich’ (vrijwillig), maar volgens Thomas Deckers moeten ook Duitse brandweerkorpsen zich steeds meer inspannen om nieuw bloed voor de brandweer te werven. “Net als in Nederland kampen ook Duitse forensengemeente met teruglopende beschikbaarheid van vrijwilligers overdag en ook de belangstelling voor het vak wordt minder. Toch zien veel brandweerlieden het nog steeds als een mooie roeping om zich in te zetten voor de veiligheid in hun eigen gemeenschap. Die lokale binding is wat de vrijwilligers drijft, daaraan ontlenen ze hun motivatie. Een groot verschil tussen Nederland en Duitsland is dat de brandweerzorg in Nederland volledig is geregionaliseerd via landelijk beleid, terwijl bij in Duitsland alle Bundesländer hun eigen brandweerwetten en beleid maken en de operationele brandweerzorg een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Beide systemen hebben plus- en minpunten; wellicht kunnen we door het delen van kennis en ervaringen op dit gebied van elkaar leren hoe we het vak voor vrijwilligers aantrekkelijk houden.”

Terrorisme
Nog een issue dat hulpverleners in zowel Duitsland als Nederland beroert: de dreiging van terroristische aanslagen. Nederland heeft er gelukkig nog geen ervaringen mee; buurlanden België en Duitsland wel. In Duitsland ligt de aanslag met een vrachtwagen op de kerstmarkt in Berlijn in 2016 nog vers in het geheugen. Deckers vervolgt: “Zeker in de grote steden zoals Berlijn, München en Frankfurt is veilig en effectief optreden bij aanslagen een actueel thema, maar het kan in feite overal gebeuren. We zijn nog zoekende naar een strategie om onze hulpverleningsorganisaties goed op dit type crises voor te bereiden. We weten dat onze collega’s in Nederland en België er ook druk mee in de weer zijn. Ook hier geldt: benut elke gelegenheid om van elkaar te leren en kennis en ervaringen te delen. En goed dat we op het beursterrein van eRIC ook in een praktische opstelling kunnen zien hoe hulpdiensten in de praktijk met dit soort scenario’s omgaan en hoe zij samenwerken vanuit hun eigen kennis en kunde.”
Hans Kleintjens en Thomas Deckers vatten het hoofddoel van het congres samen met de slogan die ook leidend is in de afspraken over grensoverschrijdende samenwerking: ‘Kennen en gekend worden!’, ‘Köpfe kennen’, goede relaties opbouwen en onderhouden met alle partners die je in de praktijk van grensoverschrijdende samenwerking kan tegenkomen. Voor die kennismaking biedt eRIC 2018 een inspirerend platform.