Waterratten en landrotten werken steeds beter samen

05-12-2017

KNRM brengt nieuwe opstapregeling hulpverleners onder de aandacht

Open water is er niet op het eRIC-terrein op vliegveld Twenthe, maar toch weet ook de specialistische nautische reddingsorganisatie KNRM de weg naar de hooggelegen Twentse zandgronden te vinden. Dick Veen, operationeel inspecteur voor de KNRM in Noord-Nederland, ziet deelname aan eRIC 2018 als een belangrijk contactmoment voor relatiemanagement met de andere hulpverleningspartners. Want de ‘waterratten’ van de KNRM werken veelvuldig samen met ‘landrotten’ van de veiligheidsregio’s. Over die samenwerking worden momenteel net uniforme afspraken gemaakt, die in het operationeel werkgebied Waddenzee al worden geïmplementeerd.

De Koninklijke Nederlandse Redding maatschappij, zoals de organisatie voluit heet, is met 1300 vrijwilligers vanaf 45 reddingsstations actief langs de Noordzeekust, op de Waddenzee, Eems en Dollard, IJsselmeer-Markermeer en de grote Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen. ‘Hollands Glorie’ op zijn best, mannen en vrouwen van stavast, die 24 uur per dag oproepbaar zijn om in opdracht van de Kustwacht met snelle hi-tech reddingboten hulp te verlenen aan drenkelingen en schepen op zee.

Uniforme opstapregeling

Dick Veen: “Een actueel thema binnen onze organisatie is het uniformeren van de ‘opstapregelingen’ voor brandweer en ambulancepersoneel. Die diensten hebben ook een taak bij calamiteiten op het water, maar hebben zelf geen geschikte vaartuigen voor de grote wateren. Daarom zijn er opstapregelingen om brandweerlieden en ambulancepersoneel met hun uitrusting via onze schepen naar de plaats des onheils te brengen. In veel kustregio’s is die samenwerking al jarenlang praktijk, maar tot dusver is het alleen in Noord-Holland Noord ook geformaliseerd. De regelingen verschillen ook en we willen daar meer uniformiteit in brengen. Daar werken we nu aan met de veiligheidsregio’s waarmee we samenwerken in het Incidentbestrijdingsplan Waddenzee. Later willen we die uniforme opstapregeling ook in andere regio’s invoeren waar we actief zijn.”

Twee verschillende werelden

Het draait volgens Veen vooral om training en oefening op aspecten van het optreden op het water waarmee de landhulpverleners niet dagelijks te maken hebben: “De nautische sector en de hulpverlenings- en crisisbeheersingsorganisatie op het land zijn twee verschillende werelden. Het ruime buitenwater kan behoorlijk ruig zijn en dan is het op een snel varende reddingboot oppassen. Landhulpverleners moeten weten waar ze aan boord hun spullen kwijt kunnen en waar ze veilig kunnen verblijven op weg naar het incident. Ook het overstappen aan boord van een hulpvragend schip vraagt specifieke kennis en vaardigheden. Daar ontmoeten onze twee werelden elkaar. Ons nautisch specialisme en onze ervaring met waterredding en de geneeskundige- en brandweerkennis voor medische hulpverlening en brandbestrijding. We doen zaken met heel veel veiligheidsregio’s langs de kust en rond het IJsselmeer, dus we hebben een grote doelgroep waarmee we onze afspraken willen stroomlijnen.”

Dick Veen beaamt dat het jammer is dat er op het eRIC-terrein geen water is; een spectaculaire demonstratie met redding op het water en aanlanding en overdracht van slachtoffers aan de landorganisaties, is dus geen optie. “Toch hebben we genoeg materieel en materiaal bij ons om aan de partners te laten zien. Zoals een reddingboot op trailer en een strandhulpverleningsvoertuig, waarmee we trouwens ook frequent ondersteuning leveren bij ambulancehulpverlening op het strand. Op de stand vertonen we demonstratiefilmpjes die ons werkproces laten zien en die ook tonen hoe de hulpverlening op het water en op het land in elkaar grijpen. Maar bovenal vinden we het belangrijk om er te zijn, als nautische partner in het samenwerkingsnetwerk van hulpverlening en crisisbeheersing. Mooi om aan te sluiten bij een vakevenement waar zoveel verschillende hulpverleningsorganisaties bijeen zijn.”

Betere afstemming land-water

Dick Veen ziet dat de landgebonden crisisbeheersingsorganisatie in de
loop der jaren beter afgestemd is geraakt op de waterhulpverlening, een van de resultaten van het project ‘Waterrand’, dat die betere samenwerking en afstemming tussen water en land tot doel had. Hij noemt als voorbeeld de aanlanding van een groep geredden van een schip in nood. “Vroeger brachten we die mensen via een haven aan land en dan moesten we zelf maar zorgen dat die mensen ergens konden worden opgevangen. In een aantal gevallen hebben we daar als KNRM zelf een opvanglocatie moeten regelen en daar ook zelf de kosten voor gedragen. Nu kunnen we voor zo’n operatie via de veiligheidsregio een beroep doen op de gemeente, die dan het proces opvang en verzorging in werking stelt. Een hele verbetering. Land en water werken veel beter samen dan pakweg 10 jaar geleden. Maar investeren in die samenwerking blijft belangrijk. Daarom zijn we blij met multidisciplinaire hulpverleningsevenementen zoals eRIC, waar we onze netwerkpartners kunnen ontmoeten en onze kennis kunnen delen.”